top of page

Het leven van een Marokkaan in tijden van terreur


Foto: Lisa Smets

De laatste jaren is terrorisme niet meer weg te denken uit de media. Het begon bij Charlie Hebdo, over de Bataclan en uiteindelijk naar de aanslagen in Brussel. Intussen liggen die vreselijke gebeurtenissen al even achter ons, maar de berichten rond terrorisme in het algemeen zijn nooit gestopt. Het racisme dat door dit soort nieuws nog maar eens gevoed wordt, ook niet.


Samir is 21 en woont in studentenstad Leuven. Zijn moeder is Belgische en zijn vader is Marokkaans. En dat laatste zal hij geweten hebben. “Ik groeide op in een wijk waar we een racistische buurman hadden. Als kleine jongen al, had ik het áltijd gedaan. Wanneer ik met mijn vriendjes met een kersenpit perongeluk tegen z’n raam smeet, was het kot te klein. Maar zelfs wanneer ik niets fout deed, stuurde hij de politie af en toe eens op mij af. Hij had het altijd al op mij gemunt.” Samir ondervindt de gevolgen van racisme in zijn dagelijkse leven. Het zit verstrengeld in de kleinste dingen. Wanneer hij in de lift stapt en goeiemorgen zegt, krijgt hij geen antwoord. Bij het zoeken naar werk durven ze al eens moeilijk doen. Gelukkig had hij altijd goede vrienden rondom zich en is hij nooit gepest geweest. Maar commentaar van vreemden en vies bekeken worden, da’s dagelijkse kost. En als klein jongetje vraag je je natuurlijk wel af waarom je altijd als enige geviseerdwordt.


Met een 'buitenlander' over straat lopen

Maar de ergste periode was vlak na de aanslagen in Brussel, dat beaamt ook Samirs vriendin Margot. Ze zijn al meer dan 5 jaar dolverliefd. Margot komt als geen ander op voor haar soulmate. “Toen ik na de aanslagen met Samir door de Leuvense winkelstraten kuierde, kreeg ik de vuilste blikken toegeworpen. Maar het blijft niet enkel bij kijken. Toen Samir trainer was van een voetbalploeg bestaande uit tienjarigen, heb ik zelf mijn mond opengetrokken. Het ploegje van Samir had gewonnen en opeens riep er iemand dat ‘Kessel Lo nu ook al barstte van die Makakken en andere vuile buitenlanders.’ Ik heb haar toen wel vriendelijk maar kordaat van antwoord gediend. Dat doe ik trouwens zo vaak mogelijk, ook op school tijdens debatten of als ik mensen racistische dingen hoor zeggen.’

Het is blijkbaar nog altijd speciaal om een relatie te hebben met een Marokkaan. Dat ze wel eens vragen stellen, deert Margot niet. Uit nieuwsgierigheid vragen of zij dan ook moslim is, en hoe het is om er met eentje samen te zijn: dat is volstrekt normaal. Maar opmerkingen als “ah oké, hij is maar half Marokkaans, çava snapt ze toch niet: waarom zou het ‘minder erg’ zijn als hij maar half Marokkaans is?


Foto: Lisa Smets

De tekortkoming van onze media

Al bij al laten Samir en Margot hun geluk hier allemaal niet van afhangen. “Ik probeer het mij gewoon niet aan te trekken, want ik weet beter” zegt Samir. Al vindt hij wel dat de media vaak in fout is door een verkeerde manier van berichtgeving. Hij gelooft dat zij een grote rol spelen wat het benaderen van Marokkanen en andere buitenlanders betreft. “Vaak staat hun nationaliteit er in grote letters bij wanneer Marokkanen iets mispeuterd hebben. Ik heb het gevoel dat, wanneer de dader wit is, dit veel minder in the picture komt. Soms staat er eens een positief artikel in de krant, maar het contrast is veel te groot.” Hij heeft ook het gevoel dat moslims tijdens maatschappelijke kwesties in de media veel minder gehoord worden. Het zijn altijd Belgische burgers of experts: de diversiteit kan volgens Samir een pak beter in onze media. “Daarom probeer ik zelf zo veel mogelijk in gesprek te gaan met mensen. Sommigen zijn dan verrast en begrijpen alles wat beter. Maar onverbetelijke, judgemental mensen heb je overal. Daar steek ik mijn tijd gewoon niet meer in.”


Je leeft maar één keer

Samir denkt dat deze hele kwestie in de toekomst niet snel zal verbeteren. Terrorisme is een deel van de samenleving geworden. Racisme was dat ook al, maar de twee voeden elkaar constant. “Kijk, ik ben ook geen voorbeeldmoslim. Ik feest graag en geniet van mijn leven. Ik ben dus niet streng gelovig. Al geloof ik wel in het hiernamaals. Uiteindelijk draaien de Koran en de Bijbel rond dezelfde waarden en normen. Ik blijf hopen dat de mensen meer openminded zullen worden. En ik hoop vooral dat de media gaan beseffen hoe groot hun invloed is op zo veel mensen. Zij kunnen helpen om racisme beetje bij beetje uit de wereld te helpen. Nu werken ze het eigenlijk in de hand.”

Intussen laten Samir en Margot het niet te veel aan hun hart komen. Maar het moest er wel eens uit.

En ze leefden nog lang en gelukkig.


Dit artikel verscheen eerder op mijn eigen blog.

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page